By Ans Caron-van Eeten on vrijdag 06 november 2020
Category: Column

De realiteit van COVID-19

Het hondje staat dwingend te blaffen omdat zijn balletje onder de kast is gerold. Joyce van Gool gaat even op haar knieën om het te pakken. Maar als ze weer gaat zitten, zegt ze "Hè, hè" en moet ze zichtbaar op adem komen. Zeven weken geleden werd bevestigd wat Joyce voor zichzelf al wist: ze had corona. Ze wil zeker geen zielig verhaal ophangen, integendeel. "Ik ben een type dat wil werken, voor de kinderen en mijn huis zorgen, wandelen, fietsen, bezig zijn." Door haar verhaal met ons te delen, hoopt zij op meer bewustzijn van wat dit virus teweeg kan brengen.Joyce is 42 jaar, woont in Middelbeers, heeft een man die vrachtwagenchauffeur is en twee kinderen in de leeftijd van 16 en 12 jaar. Vanaf haar 16e werkt Joyce in de ouderenzorg. Het vakantiebaantje leidde tot een nulurencontract en later tot een volledige baan, momenteel in de dagbesteding voor dementerende ouderen.

Eerste golf
Joyce: "Ik besefte vanaf het begin wel dat je in de zorg dicht bij het vuur zit wat betreft de risico's, maar die eerste golf zijn we goed doorgekomen. We gingen toen grotendeels dicht, maar gingen wel naar de mensen toe voor regelmatig een uurtje thuiszorg. Alles in nauw overleg met de GGD en met de nodige voorzorgsmaatregelen. Net voor de zomervakantie was alles weer redelijk normaal. Toen kwam de tweede golf en ondanks alle maatregelen hoorden we her en der dat er wat positieven waren."

Zeven weken geleden
Joyce: "Het was woensdag, ik had gewerkt en kwam thuis, wat meer moe dan anders en warm met een zwetende rug. Tijdens het eten had ik geen reuk en smaak meer en 's avonds was ik doodziek. Ik heb mijn man Carlo wel gebeld, maar die zat de hele week in het buitenland en kon niet snel thuis zijn. Testen kon pas op zaterdag; via de zorg kon ik uiteindelijk een eerdere test regelen op vrijdag. Mijn stiefvader durfde het gelukkig aan mij naar de teststraat in Tilburg te rijden; ik sliep in de auto, zo ziek en vreselijk moe. Normaal vertrekt mijn man op zondagavond weer, maar hij is thuisgebleven. De positieve uitslag kwam maandag. Tien dagen quarantaine, zeker voor kinderen is dat best lang. Ik heb er niet veel van meegekregen, ben al die tijd boven gebleven. Heel erg moe, koorts, kortademig, benauwd, pijn en druk op de borst en vreselijke hoofdpijn. Acht paracetamol per dag is het enige wat je krijgt. Als je na zeven dagen vierentwintig uur klachtenvrij bent, ben je niet meer besmettelijk. Na zeven à tien dagen knap je op of je gaat achteruit vertelde de huisarts. Dat gebeurde bij mij: ondanks de paracetamol weer hoge koorts. Ik wilde echt niet naar het ziekenhuis, maar de twijfel is er wel geweest."

Hoe verder
Na ongeveer veertien dagen was Joyce aan de beterende hand; zij vertelt verder over de nasleep: "Toen de kinderen weer naar school gingen, kon ik overdag naar beneden, maar ik had nul energie, geen conditie, geen spierkracht, niets. Pas na drie weken kon ik mijn moeder weer zien. Na een half uurtje tv kijken of lieve appjes beantwoorden, moest ik weer rusten. Het gaat nu heel langzaam vooruit, maar de ene dag gaat het wel en de andere weer niet. Ook het weer speelt een rol. Bij mist ben ik benauwd, heb last van slijm en druk op de borst. Ik zit nog volop aan de paracetamol." Maandag heeft Joyce voor het eerst twee uurtjes gewerkt, meer zat er voor de rest van de week niet in.

Boodschap
Joyce: "Ik kan het niet uitstaan dat mensen het afdoen als een griepje. Dan word ik heel fel en denk ik: verdorie, je moest het eens meemaken. Misschien helpt het een klein beetje dat ik dit laat weten. Laten we nou toch alsjeblieft met zijn allen een paar weken heel streng zijn!"